Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Nadert, gij heidenen, om te horen, en gij volken, luistert toe; de aarde hore, en [1]haar volheid, de wereld en al wat daaruit voortkomt. 1. Dat is, al wat er in is. Zie Ps.24:1. 2. Of, al wat daar uitspruit. Hebreeuws, al hare uitspruitselen.